Warre en ik hadden van te voren de verwachting veel toeristen tegen te komen onderweg. Zoals wel vaker deze reis blijken de verwachtingen onjuist te zijn. We hebben ze geteld, alle niet-Russische toeristen waarmee we contact hebben gehad. Sinds Minsk zitten we op zes. Twee Nederlanders in het Belarus Patriotic War Museum, een bejaarde Canadees waarmee we een hele avond bier hebben gedronken, een Fransman die Russisch kan en ons hielp met de menukaart  van de restauratiewagen en twee mensen die ons om de weg vroegen bij het Baikalmeer. Precies niet op een hand te tellen.

Dit viel ons tegen, we hadden verwacht dat een kwart van de mensen in de trein toerist zou zijn (Buitenlandse toeristen die Engels kunnen spreken). In werkelijkheid waren we (op de Fransman na) de enige twee niet-Russen in de hele trein. Dat terwijl de Trans Mongolië Express een beroemde reis is die veel toeristen zou moeten trekken. De gesprekken die wij hadden met onze Russische coupégenoten waren niet erg diepgravend. Wij spreken geen Russisch en de Russen geen Engels. Hierdoor bleef het bij handen en voeten communicatie. En het uitwisselen van koekjes en snoepjes als teken van waardering.

Tot Irkoetsk. Toen we onze wagon betraden hoorden we een boel talen die in de verste verte niet op het Russisch lijken. ‘Hoor ik dat nou goed?!?!’, ‘Ja, ik hoor Nederlands!’. Er zitten toeristen bij ons in de wagon! We hebben een klein onderzoekje gedaan, in de hele wagon zitten nul Russen en nul mensen uit het land met het syndroom van Mongool.

Wij delen onze coupe met een Duits stel van rond de dertig, zij zijn een maand geleden vertrokken en gaan nog minstens anderhalf jaar reizen. Antje heeft zelfs haar baan opgezegd voor de reis. Het is leuk om gesprekken te kunnen voeren met de mensen in je coupe. Niet alleen gesprekken over koetjes en kalfjes, maar ook over de journalistiek en vluchtelingenproblematiek. ‘Wir schaffen das!’.

Wel moet je nu meer oppassen met wat je zegt. ‘De buik van die vrouw onder jou blubbert heel mooi mee op het ritme van de trein’. We hebben onze vorige reisgenoten altijd uitgebreid besproken waar ze zelf bij zaten. Ze begrepen ons toch niet. Duits lijkt een beetje op het Nederlands, dus nu houden we het netjes. Ik merk wel dat ik het lastig vind om geen grappen te maken over Duitsers. De les: Don’t mention the war!

Het is leuk om een keer met iemand anders te praten dan met Warre. Tuurlijk, Warre is hartstikke leuk en we hebben veel lol en goede gesprekken. Maar na 16 dagen alleen met Warre te kunnen praten is het wel leuk andere mensen en verhalen te horen. Daarnaast is het ook goed voor de verbetering van mijn Engels, ik heb ik mijn leven nog nooit zo veel Engels gesproken als tijdens deze reis.

Het is leuk om meer toeristen bij je in de wagon te hebben, en gesprekken met elkaar te kunnen voeren. Wanneer de toeristen met elkaar praten ontstaat er een soort wapenwedloop. Wie heeft het spannendste/leukste/avontuurlijkste verhaal. Ik pleit voor de middenweg, een kwart toerist is voldoende. Een hele wagon vol toeristen voelt voor mij niet goed. Wij Europeanen gaan met z’n allen gezellig naar Mongolen kijken. Kijk ons eens interessant doen! Wij gaan niet naar Chersonisos of Zuid-Frankrijk. Wij zitten hier in Mongolië tussen de locals Mojito’s en yakmelk te drinken. #travellers #mongolia #locals #nofilter

Categories:

Tags:

One response

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *